Je wil weten of je kindje nu een allergie heeft of niet, en graag ook aan welk voedingsmiddel. Moet dat met een bloedtest of huidpriktest gebeuren? Zijn die testen wel betrouwbaar onder de 6 jaar? Of zijn er misschien andere manieren om te weten te komen of je baby al dan niet allergisch is? Kan het kwaad om voor de zekerheid allerlei voedingsmiddelen te schrappen?
De eerste stap in het leven met een kind met een allergie is vaak één van de moeilijkste: Weten óf er een allergie in het spel is, en welke.
Het allerbelangrijkste in de diagnose is je verhaal
Welke klachten zijn er? Welke voeding krijgt je kind? Zie je een link tussen een bepaald voedingsmiddel en de klachten? Wanneer treden de klachten op? Heb je zelf al iets ondernomen? Al deze vragen geven de arts al een idee waarover het gaat. Hij of zij zal ook kijken of er misschien een andere oorzaak voor de klachten is (!) Het tijdstip waarop de klachten optreden en de specifieke symptomen zeggen ook al veel: Krijgt je kindje een kwartier na het drinken van zijn fles plots allemaal jeukende plekken, dan is de kans groot dat het om een klassieke, snelle allergie gaat. Treden de klachten pas na meerdere uren op, dan gaat het wellicht om een vertraagde allergie. Het verschil tussen een snelle en een vertraagde allergie is belangrijk voor de volgende stap.
Huidpriktesten en bloedtesten
Je kent waarschijnlijk wel de huidpriktest: Hierbij wordt een oplossing van een bepaald voedingsmiddel in de huid geprikt om te zien of er allergisch op wordt gereageerd. Dan krijg je een bultje op die plaats. Als je niet allergisch bent aan het voedingsmiddel, gebeurt er niks. Deze test wordt niet aangeraden bij een beschadigde huid (bvb bij eczeem) en zou ook iets minder betrouwbaar zijn bij jonge kinderen (maar kan wel vanaf 4 à 6 maanden). Een andere test is het opsporen van specifieke antilichamen (“IgE-antilichamen”) tegen bepaalde voedingsmiddelen in het bloed. In tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt, kan deze test ook bij jonge kinderen perfect uitgevoerd worden. Maar er zijn belangrijke addertjes onder het gras!
Negatieve en vals-negatieve testen
Zowel de huid-priktest als de bloedtest speuren IgE-antilichamen op. Een vertraagde allergie werkt niet via het IgE-systeem (zoals een klassieke, snelle allergie) en zal dus nooit gevonden worden met deze testen. Ongeveer de helft van de koemelkallergieën is een vertraagde allergie. Een negatieve test wil dus niet zeggen dat je zeker niet allergisch bent aan dit voedingsmiddel. Je kan nog steeds een vertraagde vorm van allergie hebben. Maar je kan er wel vrij zeker van zijn dat je geen snelle allergie hebt voor dit voedingsmiddel.
Positieve en vals-positieve testen
Een positieve test kan er op wijzen dat je inderdaad een snelle allergie hebt. Zeker wanneer er een duidelijk verband is tussen je klachten en de uitslag van de test. Daar is geen discussie over. Maar in sommige gevallen kan de test ook vals-positief zijn: Je lichaam maakt soms namelijk IgE-antilichamen aan zonder dat je klachten ondervindt. Als er géén klachten zijn maar wel een positieve test spreken we niet van een allergie, maar van een sensibilisatie. Dat wil zeggen dat je lichaam het voedingsmiddel als iets vreemd herkent, maar er niet heftig op gaat reageren. Je zou denken dat het dan verstandig is om voor de zekerheid dat voedingsmiddel te gaan mijden, maar het werkt juist omgekeerd! Net bij een sensibilisatie is het belangrijk om in contact te blijven komen met koemelk zodat de sensibilisatie niet verder evolueert naar een koemelkallergie.
Laat geen willekeurige lijst voedingsmiddelen testen
Zeker bij kindjes met eczeem zie je heel vaak een positieve allergietest terwijl er geen andere klachten zijn. (over het verband tussen eczeem en een voedelallergie schreef ik hier) De interpretatie moet dus altijd heel voorzichtig gebeuren door een arts met kennis van zaken, en er moet goed nagedacht worden of de positieve test ook relevant is voor de klachten. Net daarom wordt afgeraden om willekeurig een hele hoop voedingsmiddelen te testen. De kans is groot dat er dan voedingsmiddelen worden verdacht waar je helemaal niet allergisch aan bent. Als er wel klachten zijn, moet je het voedingsmiddel natuurlijk wel schrappen uit je voeding.
Alternatieve testen
Er bestaan ook een aantal alternatieve methodes voor de diagnose van een voedselallergie. Helaas zijn deze niet wetenschappelijk bewezen. Een voorbeeld dat ik vaak in de praktijk tegen kom is de (dure!) IgG-test. Dit is een bloedtest waar gezocht wordt naar een ander soort antilichaam (niet IgE maar IgG), meestal tegen een hele lange lijst voedingsmiddelen. Maar ook deze test heeft weinig wetenschappelijke waarde. IgG-antilichamen willen eigenlijk zeggen dat je lichaam regelmatig in contact is geweest met een voedingsmiddel, en dat je mogelijks zelf uit je allergie aan het groeien bent. Het is natuurlijk niet gek dat je je beter gaat voelen als je alle voedingsmiddelen waartegen je een hoog IgG hebt weg laat. Want als je dagelijks last hebt, komt het hoogst waarschijnlijk door een product dat je dagelijks eet, en dus IgG-antilichamen in je lichaam maakt. Maar het is wat schieten met een kanon op een kanarie. Hele strikte diëten waarbij je 10 of meer voedingsmiddelen moet mijden zijn maar zelden nodig.
De meest betrouwbare methode
Wat blijft er dan nog over van testen? Het goede oude elimineren en provoceren. Het idee hierachter is dat je eerst de mogelijke verdachte weg laat (elimineren). Als het beter gaat na een viertal weken, eet jij (bij borstvoeding) of je kindje opnieuw dit voedingsmiddel (provoceren). Komen de klachten terug bij het provoceren, en weer verdwijnen als je het weer schrapt, kan je er wel van uit gaan dat je de boosdoener hebt gevonden. Als je kindje heftig reageert op een voedingsmiddel (opzwellen, in shock gaan, …) ga je natuurlijk nooit op eigen houtje provoceren. Doe dit altijd in overleg met je arts.
Dubbelblinde provocatie
De gouden standaard voor de diagnose van een voedselallergie is de dubbelblinde provocatie. Dit wil dat je kindje de ene dag een voedingsmiddel (bvb melk) krijgt zonder het verdachte allergeen, en de andere dag mét het allergeen. Het heet dubbelblind omdat niemand weet wat welke dag het verdachte allergeen is gegeven. Je kindje niet, jij niet, en de verpleging niet. Het voordeel is dat je niet extra gaat letten op symptomen op de dag dat je kindje het allergene voedingsmiddel krijgt, want je weet niet welke dag dat is. In Nederland wordt deze test veel meer toegepast dan in België.
Eliminatie
Als je kindje reageert via borstvoeding, of al heel wat vaste voeding eet, kan de zoektocht naar de boosdoener best moeilijk zijn. Er zijn twee manieren om dit aan te pakken als je gaat elimineren: Eén voor één voedingsmiddelen schrappen (bvb eerst koemelk, als het niet betert ook soja,…). Dit is een gemakkelijkere manier omdat je minder streng moet diëten, maar als het om een meervoudige allergie gaat, kan het wel lang duren voor je er bent. Een andere manier is om meteen heel streng te diëten en als het beter gaat, één voor één voedingsmiddelen terug te gaan introduceren. Geen van de twee methodes is per definitie beter dan de andere. In mijn praktijk laat ik mensen altijd zelf kiezen wat zij zien zitten. Dat is voor iedereen anders.
Provocatie
Die provocatie wanneer het eindelijk beter gaat, is iets dat voor veel mensen wat moeilijk ligt. En dat begrijp ik heel goed: Wanneer je kindje zich beter voelt, wil je haar niet onnodig pijn bezorgen. Maar het is wel belangrijk om de provocatie te doen! Je wil namelijk niet onnodig een bepaald voedingsmiddel streng gaan schrappen.
Je staat er niet alleen voor
Een arts is de meest geschikte persoon om een diagnose te stellen. Hij of zij beslist ook welke testen zinvol zijn in jouw situatie. Maar het is natuurlijk wel fijn als je zelf begrijpt wat er achter zit 🙂 Het is ook belangrijk om te kijken dat jij (bij borstvoeding) en je kindje nog alle voedingsstoffen binnen krijgen die jullie nodig hebben, zéker bij meerdere allergieën. Neem contact op met een gespecialiseerde diëtist voor persoonlijk advies.
Conclusie:
- Allergietesten (huidprik- en bloedtesten) kunnen ook uitgevoerd worden onder de 6 jaar.
- Bij een negatieve test ben je vrij zeker dat er geen snelle allergie is tegen dat voedingsmiddel. Maar je kan wel nog een vertraagde allergie hebben.
- Een positieve test voor een bepaald voedingsmiddel in combinatie met duidelijke snelle klachten bij het eten van dit voedingsmiddel, wijzen op een snelle koemelkallergie. Maar een test kan ook vals positief zijn.
- Vermijd niet heel strikt voedingsmiddelen als het niet nodig is.
Boek
Blij koemelkvrij
Koemelkallergie is een probleem waar veel ouders letterlijk van wakker liggen. Met behulp van concrete info en tips gidst dit boek je stap voor stap door de wereld van koemelkallergie.
Hoe herken je het? Hoe pas je je eigen eetpatroon aan als je borstvoeding geeft aan een baby met koemelkallergie? Welke flesvoeding is geschikt? Hoe ga je om met vaste voeding? Hoe kun je koemelk praktisch en volwaardig vervangen? Hoe weet je of je baby uit zijn allergie is gegroeid? Kun je iets doen om het bij je baby te voorkomen?